Over mij

zondag 9 mei 2010

De Canadese gans, een sterk staaltje "survival of the fittest"

Bezeten door Darwin
Charles Darwin, de grondlegger van de evolutietheorie had het al snel door hoe de wondere natuurwereld in elkaar zat. Door natuurlijke selectie bleef enkel sterkste overeind. Iets wat wij als vogelliefhebber ook doen. Diegene met de beste eigenschappen, zal gebruikt worden bij de kweek om de beste bloedlijn te behouden. Sommigen kijken naar kleur en andere naar grootte. En zo heeft de Canadese gans zich ook aangepast, op zo’n perfecte manier dat deze trekvogel, standvogel is geworden. Ik geef gerust toe dat deze vogels onze boeren nachtmerries bezorgen, en terecht. Ze eten werkelijk alles en zijn tegenwoordig zo talrijk geworden, dat mensen, die de vogels op ons hebben losgelaten, nu op allerlei soorten manieren deze vogels proberen te verdrijven, maar tevergeefs.

Vleugels vergeten kortwieken, oeps!
De Canadese gans (Branta Canadesis) kan je tegenwoordig al Vlaamse gans noemen. Toch komt deze forse ganzensoort oorspronkelijk uit, zoals zijn naam al doet vermoeden, Canada (Noord-Amerika). Europa maakte pas kennis met de Canadese gans in de 17de eeuw. Ze werden naar Europa getransporteerd als consumptiedieren en jachtwild. Vooral in Engeland werden deze dieren het pronkstuk van kastelen en grootgrondbezitters. Al nam men het niet al te nauw met kortwieken. Het eerste ’wilde’ broedpaar in Vlaanderen werd in 1973 gesignaleerd in de Kempen. Ontsnapt uit een watervogelcollectie. In de jaren tachtig ontsnapten nogal wat Canadese ganzen uit kasteel- en andere parken. Halverwege de jaren tachtig waren ze in België met een honderdtal, intussen zijn het er meer dan vierduizend, bijna allemaal in Vlaanderen.

Uitzicht

Voor wie de Canadese gans niet zou kennen, is deze gans te herkennen aan de zwarte hals en de zwarte kop met witte kinband net onder het oog. Niet te verwarren met de brandgans, die van nature wel in ons landje voorkomt, met doorlopend wit op de voorkant van de kop en duidelijk kleiner zijn dan de Canadese reuzen. Het verenkleed van de Canadese gans is verder bruin. Er zijn zeker elf verschillende vormen te onderscheiden. Tegenwoordig spreekt men al van vijftien verschillende soorten, waaronder de gemuteerde soorten die bij ons leven. De echte wilde soort is zelfs heel zeldzaam geworden.

Van trekvogel naar standvogel
In Amerika trekken Canadese ganzen van de deels Arctische broedgebieden ‘s winters naar het zuiden van de Verenigde Staten en het noorden van Mexico. In Europa treedt nauwelijks trek op. De vogels verplaatsen zich buiten het broedseizoen wel naar gebieden met veel voedsel in de vorm van oogstresten. Omdat we in België nooit zo’n strenge winters kennen als in Canada, vinden de ganzen het hier prima. Zo zijn ze geëvolueerd van trekvogel naar tamelijk standvogel. In perioden van voedselschaarste kunnen ze vele honderden kilometers afleggen op zoek naar voedsel.

Voedsel

De hongerige kolonie eet dagelijks enorme hoeveelheden gras, vreet zeldzame waterplanten uit sloten, vertrapt oevervegetatie en propt zich vol met koekoeksbloem, paardenbloem, witte klaver en boterbloem. Daardoor vormen ze een grote bedreiging voor het kwetsbare grasland aan de Leie.

Geen natuurlijke vijand
De kringloop van de natuur draait om eten en gegeten worden. Maar bij de Canadese gans is het evenwicht volledig verstoord. De Canadese gans heeft namelijk geen natuurlijke vijanden. In Canada zorgen coyotes en beren voor het uitdunnen van de populatie. In de zoo zouden deze ganzen niet overleven, maar in de vrije natuur kunnen ze hun gang gaan. Tenzij de mens zich gaat moeien...

Allerlei manieren om ze uit te roeien
Verschillende pogingen zijn al ondernomen om de immense populatie uit te dunnen, jammer genoeg zonder weinig resultaat. Kenners raden aan de eieren te schudden zonder te breken, zo blijven de vogels op hun eieren broeden. Maar dit blijkt zeer omslachtig te zijn en harken ze de nesten maar weg en gooien de eieren uit hun nesten. Toch willen verschillende milieudiensten nog verder gaan dit jaar. Eind juni als de vogels hun slagpennen wisselen, kunnen ze niet meer vliegen. Ze zouden dan de dieren vangen en met een spuitje euthanaseren. Er zijn ook al jagersverenigingen die hun hulp hebben aangeboden, maar daar gaan milieudiensten voorlopig niet in op hun voorstel.

Niet alleen
Toch zijn deze dieren niet de enigen die het goed kunnen vinden in België. Ook mandarijneenden, Nijlganzen, Magelhaanganzen, Australische zwanen, boerenganzen, roodwangschildpadden, Amerikaanse meerkikkers, brulkikkers en halsbandparkieten hebben zich perfect aangepast aan onze biotoop, met alsmaar stijgende populaties tot gevolg.

Slot
Ongeacht mijn mening over de overbevolking van deze soort, kan je toch wel stellen dat ze zich perfect hebben aangepast en dus een sterk staaltje “Survival of fittest” zijn. Met een beetje hulp van de mens is deze soort uitgegroeid tot de sterkste. Niet enkel in België, maar over heel Europa. Jammer genoeg verdringt deze soort andere vogelsoorten zoals de kievit. Maar ik blijf onder de indruk dat sommige uitheemse soorten een geweldig aanpassingsvermogen hebben. Zo zie je maar hoe de natuur toch fantastisch in elkaar zit. En volgens mij zal er wel eens ergens ooit een ander roofdier zijn slag slaan om natuurlijke vijand te worden van de Canadese gans.

Copyright: Van Duyse Olivier
Alle artikels mogen gedeeltelijk of volledig gebruikt worden mits toestemming en vermelding van de auteur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten