Over mij

zondag 9 mei 2010

Hoe zit het nu eigenlijk met de vale gieren die ons land op 18 juni 2007 binnenvielen?

18 juni 2007 : Het leek wel een scène uit de beruchte Alfred Hitchcock thriller “The Birds”, toen de naar schatting 60 vale gieren hoog in de lucht in de regio Ursel op te merken waren. “Het leek wel een invasie”, vertelden sommige die rustig in hun tuin aan het genieten waren van het mooie weer. Zo kan het inderdaad wel lijken,
want deze reuzen zijn niets vergeleken met onze inheemse vogels. Hun vleugels hebben ongeveer een spanwijdte van 250 cm en hiermee is de vale gier één van de grootste vogels ter wereld. Het gewicht van een volwassen exemplaar bedraagt ongeveer 6 tot 10 kg. Deze aaseter, die tevens familie van de sperwer is, is zandkleurig tot donkerbruin van kleur. Enkel de kop en de hals zijn wit en weinig bepluimd. Door zijn lange nek zonder veren kan de gier zijn kop relatief ver in een kadaver steken zonder dat de veren blijven haken. Al vliegend is hij op zoek naar karkassen die worden opgespoord met zijn uitstekend gezichtsvermogen. Vale gieren foerageren in groepen, waarbij de dieren elkaar goed in de gaten houden. Als er één dier naar beneden vliegt, volgt de groep gewillig. De slagpennen zijn de dragende veren op de vleugels waarmee gevlogen kan worden. Door hun grote spanwijdte zijn ze afhankelijk van warme luchtstroom. Ze kunnen enkel vertrekken mits opstijgende warme lucht. Als het weer thermisch is, kunnen ze gemakkelijk op het einde van de dag terug in Zuid-Frankrijk zitten. Zolang het weer druilerig blijft, blijven ze aan de grond. De dieren leggen gemakkelijk honderden kilometers per dag af op zoek naar voedsel. België is dus niet echt een ideale verblijfplaats voor deze dieren.

Het was al sinds 10 maart 1996 geleden, volgens officiële waarnemingen, dat er nog een vale gier in België in het wild werd gespot. In Nederland daarentegen werd in 2003 een groep van 18 gieren opgemerkt. Wat brengt deze vale gieren noordoostwaarts? Eerst en vooral omdat het enige vasteland noordoostwaarts ligt en ze nooit een zee of oceaan oversteken. Ze zijn namelijk veel te afhankelijk van weersomstandigheden. De gieren zijn uiteraard niet voor niets van de Spaanse Pyreneeën naar hier gevlogen. Volgens een oud Noord-Spaanse traditie hadden boeren de toestemming hun dode dieren achter te laten op bepaalde afgesproken plaatsen in de omgeving van dorpen, ook wel de muladares genaamd. Zeven jaar geleden waren er nog zo’n 200 muladares waar boeren hun dode vee konden achterlaten. De gieren ruimden ze op en zowel de boer als het roofdier was tevreden. De voerplaatsen, die vaak eeuwenoud en herkenbaar zijn voor deze dieren, zijn nu bijna allemaal opgedoekt. De voor de gieren fatale Aragonese wet is een uitvloeisel van een aangescherpte Europese regelgeving inzake het voorkomen van besmettelijke veeziekten. Zonder enige vorm van inspraak of overleg met natuurorganisaties en de boeren, zijn de Europese directieven in Aragon vertaald in een regionale wet, die veel strenger is dan noodzakelijk. Het had best anders gekund, Europa laat daar ruimte voor. In dat geval moesten 4% van de kadavers die naar muladares gaan, getest worden op besmettelijke
veeziekten. Worden er geen veeziekten, zoals gekkekoeienziekte (BSE)aangetroffen,dan kunnen de voerplaatsen gewoon openblijven. Voor die aanpak is bijvoorbeeld gekozen in een andere Spaanse regio, Rioja. De deur voor de voerplaatsen is door Europa bewust op een kier gelaten, omdat de meeste aasetende roofvogels in Europa ernstig worden bedreigd. Naast vale gieren gaat het onder andere om aasgieren, lammergieren, rode en zwarte wouwen. Europa steekt miljoenen euro’s in programma’s voor bescherming en herintroductie van deze roofvogels. EU-wetgeving maakt het mogelijk voor de zuidelijke landen om kadavers in het veld te laten liggen voor de gieren. Er moet dan wel regelmatige controle op BSE plaatsvinden bij de levende dieren in dat gebied. Nu er in Aragon, de Spaanse provincie in de centrale Pyreneeën een voedseltekort is, moeten deze vogels lange zwerftochten maken op zoek naar voedsel. Ondanks deze vale gieren aaseters zijn, zijn er al verschillende meldingen geweest dat deze groep ook levende dieren zou aangevallen hebben. Volgens getuigen zouden zo’n honderd gieren erin geslaagd zijn een koe en haar kalf te doden. Toen de gieren in 2003 in Nederland gespot werden, waren er verschillende gevallen van aanvallen op jonge en zieke ooievaars. Volgens de autoriteiten in de provincie Burgos is er al maanden sprake van overlast door agressieve vogels, ze zouden zelfs mensen aangevallen hebben, maar deze verhaaltjes zou ik wel met een korreltje zout nemen. Een wanhoopspoging bracht deze dieren dus naar hier, maar met enkele dode kippen of konijnen kunnen deze 100-tal gieren hun honger niet stillen. Er zijn al enkele pogingen ondernomen om de dieren terug op kracht te brengen door bijvoorbeeld 200 kilogram varkensvlees neer te leggen op een weide aan het Neigembos in Ninove, daar ze werden verwacht over te vliegen. Helaas hapten ze niet toe en vervolgden hun lijdensweg richting Nederland. Als deze dieren hier zouden blijven zouden ze waarschijnlijk aan de hongerdood zijn gestorven. De laatste vale gieren werden in Nederland gespot op 13 augustus boven Hardenberg (Overijsel). Ondertussen zijn de meeste gieren reeds teruggekeerd naar hun habitat met alle gevolgen van dien. Er zijn observaties van door honger verzwakte vale gieren die niet eens meer kunnen vliegen en zich gemakkelijk laten vangen. Ze worden in vogelopvangcentra opgelapt. De vogels na het revalideren weer loslaten heeft op dit moment echter geen zin, gelet op de voedselschaarste. De wet wordt zeker en vast aangeklaagd, maar zo’n procedure is vaak langdurig en kan misschien al het einde betekenen voor sommige reeds verzwakte dieren.

Copyright: Van Duyse Olivier
Alle artikels mogen gedeeltelijk of volledig gebruikt worden mits toestemming en vermelding van de auteur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten